Dit blog zit al maanden in mijn hoofd. Ik voel weerstand om het op papier te zetten, omdat ik weet dat niet iedereen het ermee eens is. Maar ik weet ook dat het tijd is om het wel te doen. Het maakt misschien wat los, maar misschien is dat juist wel de beste reden om dit toch te delen.
Nadat Hugo was overleden werd me aangeraden om lotgenoten te zoeken om mee te praten. Ik had er alleen niet zo’n behoefte aan. Ik had die eerste maanden aan mezelf wel genoeg. Ik zat midden in mijn eigen verdriet. Dat was groot en ingewikkeld en daar was even geen ruimte voor iets of iemand anders.
Veel ouders vinden het prettig om herkenning te vinden. Dat begrijp ik. Het verliezen van een kind is enorm eenzaam en het kan fijn zijn om mensen te hebben om mee te praten die snappen hoe dat is. Ik werd alleen zelf van al die andere verhalen die ik las en hoorde alleen maar depressief. Al die ouders die ook een verdrietig verhaal hadden. Net op het moment dat ik weer wat was opgekrabbeld, werd ik volledig meegezogen in het verdriet van de ander.
De verhalen waren zo uiteenlopend. Ik ontdekte ineens hoe vreselijk veel er mis kon gaan tijdens een zwangerschap. Ik wilde dat helemaal niet weten. Ik wilde dolgraag opnieuw zwanger worden en al die verhalen over wat er mis kon gaan, maakten me doodsbang. Ergens hoopte ik dat ik de enige was die dit meemaakte. Dan was de kans dat het opnieuw zou gebeuren tenminste zo klein mogelijk.
Het duurde een jaar voordat ik de werkelijke reden ontdekte van mijn weerstand tegen lotgenotencontact. Het zat helemaal niet in al die verdrietige verhalen. Ik kan inmiddels mijn eigen verhaal heel goed scheiden van het verdriet van een ander. Ik weet wat er bij mij hoort en wat niet. Het waren ook niet alle verschillende doodsoorzaken. Ik wist genoeg van de wereld om te weten wat er allemaal mis kon gaan. Ik vond het uiteindelijk ook best fijn om te weten dat ik niet de enige was. Ook al betekende dit, dat meer ouders dit meemaakten. Het waren ook niet de ouders zelf. Ik heb zoveel leuke lieve mensen ontmoet waarmee ik veel meer deelde dan alleen een overleden kindje.
De ware reden van mijn weerstand zit in het woord zelf. Lotgenoten. Voor mij is het woord lotgenoot gelinkt aan slachtoffer. Als ik het in Google intyp krijg ik ‘fellow sufferers’ als Engelse vertaling. In het Nederlands staat als synoniem ‘medeslachtoffer’ vermeld. En een slachtoffer heb ik me nooit gevoeld. Er overkwam mij iets. Zoals iedereen in dit leven dingen overkomen. In dat opzicht zijn we allemaal lotgenoten van het leven zelf.
Het feit dat mijn zoontje overleed, was heel verdrietig en domme pech. Ik voel me geen slachtoffer. Het is part of the deal. Het risico van het kiezen voor een zwangerschap. Natuurlijk is het niet natuurlijk om je kind te overleven, maar het gebeurt helaas wel af en toe. Als ik er iets van heb geleerd, dan is het wel dat niet alles te regisseren of op te lossen is. Zelfs in de moderne wereld waarin wij leven, is het leven niet maakbaar. Op het moment dat je zwanger wordt, loop je het risico dat het mis kan gaan. Ben je dan slachtoffer? In mijn ogen niet. Dat impliceert een hulpeloosheid, het afschuiven van de verantwoordelijkheid over je eigen leven en geluk. Je kunt niet altijd beïnvloeden wat je overkomt, maar wel de manier waarop je ermee omgaat.
Nou hoor ik je denken: ‘Hiske, schrijf je nou echt een heel blog alleen maar omdat je het een verkeerd gekozen woord vindt?’ Nee, het is iets complexer. Sinds ik ouders begeleid die dit hebben meegemaakt, heb ik helaas ook voorbeelden gezien van lotgenoten contact dat ouders niet verder brengt, maar eerder dieper de put in.
Het feit dat we allemaal een overleden kindje hebben verbind ons. Dat wil niet zeggen dat we daardoor ook direct een band hebben. Het betekent ook niet dat we daar op dezelfde manier mee omgaan of op hetzelfde punt in het rouwproces zitten. Een ander synoniem van lotgenoot is: ‘iemand in dezelfde situatie’. Maar niet alle situaties zijn hetzelfde, ook al heb je beide een baby verloren. Zoals ik al eerder schreef, is er geen goed of fout hierin. Iedereen is anders en doet dit op zijn of haar eigen manier. Maar een verkeerd gekozen lotgenoot kan daardoor wel jouw proces beïnvloeden.
Ik wil hiermee absoluut niet pleiten voor het afschaffen van lotgenoten bijeenkomsten. Het laatste synoniem van lotgenoot dat ik wil benoemen is namelijk: ‘vriend’. Ik denk dat contact met andere ouders voor sommigen heel zinvol kan zijn en dat er veel steun uit te halen valt. Ik wil alleen wel aangeven, dat het belangrijk is om je eigen grenzen hierin te kennen en te bewaken. Zorg dat je voor jezelf helder hebt wat je eruit wilt halen en dat je jouw emoties los kunt zien van die van een ander. Dat je niet wordt meegezogen in een wereld van verdriet die niet de jouwe is. Zodra je merkt dat de verhalen van anderen je niet steunen, maar je vasthouden in je verdriet, is het misschien goed om hier eens over na te denken.
Online zijn er tegenwoordig een hoop lotgenoten te vinden. Hiervoor geldt hetzelfde. Zolang het jou helpt om de verhalen van iemand anders te lezen om je hierdoor niet zo alleen te voelen is het prima. Ook als het iets beter met je gaat en je hierdoor andere moeders of vaders kunt steunen, is er niets aan de hand. Maar op het moment dat je wereld alleen nog maar bestaat uit lotgenoten en het jou niet meer dient, je eerder elke dag weer somber maakt, zul je kritisch moeten kijken naar wat voor jou het beste is.
Het kan confronterend en vermoeiend zijn om elke dag foto’s en verhalen van andere moeders voorbij te zien komen. Het is helaas de realiteit voor veel ouders en ik ben de laatste die zal zeggen dat dit soort posts geen bestaansrecht hebben. Het is vaak voor degene die ze plaatst een belangrijke uitlaatklep en dat is prima. Het betekent alleen niet dat jij ze ook allemaal hoeft te lezen en te liken.
Mijn eigen magazine is bijna af en ik ben er super trots op. Hugo Magazine. Ik had niet durven dromen dat het zou lukken en zo mooi zou worden. Hierin staan ook verhalen van lotgenoten. Om deze reden kan ik me heel goed voorstellen dat je het niet wilt lezen. Dat je daar nog niet aan toe bent. Wat voor mij een belangrijk uitgangspunt was, is dat het niet alleen gaat over het enorme verdriet. Het gaat vooral om de liefde en de veerkracht die in al deze ouders zo sterk aanwezig is en van waaruit je zelf hoop en kracht kunt putten.
Veel ouders komen bij mij juist omdat ik hetzelfde heb meegemaakt. Hierdoor weet ik heel goed waar je doorheen gaat en hoe eenzaam dit kan voelen. Ik ben alleen al vele stappen verder. Ik weet welke valkuilen en mogelijkheden er zijn. Ik weet hoe je hier doorheen komt en weer gelukkig kunt worden. Dáárom kom je naar mij.
Ik organiseer ook bijeenkomsten en workshops. Bij mij is de insteek alleen anders. Je komt voor jezelf. Om meer te leren over rouw en hoe dit bij jou werkt. Om te leren hoe je met zo’n enorm verdriet kunt omgaan en opnieuw gelukkig kunt worden. Natuurlijk is het bijzonder als je hier anderen ontmoet waar je een klik mee hebt en je jouw verhaal en emoties kunt delen. Dat is mooi meegenomen. Maar dat is niet het doel of het uitgangspunt. Het draait uiteindelijk om jou.
Is dit egoïstisch? Ik vind van niet. Want uiteindelijk kun je alleen goed voor een ander zorgen als je eerst jezelf helpt.
0 reacties