De afgelopen week is het onderwerp babysterfte volop in het nieuws. Je kunt het bijna niet gemist hebben. Vorige week werd bekend dat bij een Zweeds onderzoek 6 baby’s zijn overleden nadat er werd gewacht met inleiden tot 42 weken. Gisteren werd er in de uitzending van Nieuwsuur aandacht aan besteed naar aanleiding van de publicatie van de babysterftecijfers van 2018.
Er is mij de laatste dagen veel gevraagd naar mijn mening over dit onderwerp en omdat er al zoveel over geschreven en gedeeld werd, bleef ik een beetje stil. Toch kan ik hier natuurlijk niet omheen en ik moet eerlijk zeggen, ik vind het lastig.
Ik vind dat er beter geluisterd moet worden naar de wensen en de intuïtie van de moeder. Te vaak hoor ik verhalen waarin er door de moeder wel aan de bel getrokken werd, maar er niets mee werd gedaan. Maar ik ben geen arts. Ik heb geen zicht op grotere risico’s voor moeder en kind bij medisch ingrijpen, ik heb alleen mijn eigen ervaringen en die van vele ouders met mij. Ik ben tegen het onnodig medicaliseren van een zwangerschap en bevalling, maar ik geloof ook niet dat alle baby’s precies zelf weten wanneer ze moeten komen.
Ik hoor van veel ouders dat ze geraakt zijn door het Zweedse onderzoek en hierin het bewijs zien dat hun kind gered had kunnen worden bij eerder ingrijpen. Ik kan me die reactie heel goed voorstellen. Als je baby zonder reden overlijdt, alleen maar omdat hij te lang in de buik heeft gezeten, is dat bijna onverteerbaar. Zeker als je zelf al eerder hebt gevraagd om de baby te halen.
Ik heb dit gevoel zelf niet zo. Hugo werd geboren met 41+1 weken, na 48 uur gebroken vliezen. Is het wachten met inleiden een oorzaak van zijn overlijden? Hadden we dat kunnen voorkomen door eerder in te grijpen? De artsen weten het niet. Ik weet het niet. En misschien wil ik het ook wel niet weten, want het verandert de uitkomst niet, ik krijg er mijn zoon niet mee terug.
Maar met de kennis van nu hadden we wellicht wél een beter afgewogen keuze kunnen maken. Toen hadden we geen idee dat er misschien een verband zou kunnen bestaan tussen afwachten en een hogere kans op sterfte. We hebben, samen met de artsen, op basis van de kennis van toen, de keuze gemaakt om te wachten. Natuurlijk zou ik daar nu anders over beslissen, maar dat verandert niks aan het feit dat het destijds de beste keuze leek om af te wachten. Een keuze die wel zélf hebben gemaakt. En daarom sta ik daar nog steeds achter. Je maakt altijd een keuze op basis van de feiten die je kent. En dat waren toen voor ons de feiten.
Toen Hugo overleed gaf iedereen in het ziekenhuis aan dat ze in de toekomst anders zouden handelen, eerder zouden ingrijpen. Dat ze in eenzelfde situatie zullen terugdenken aan Hugo. Als hierdoor levens gered worden, heeft Hugo’s bestaan hier aan bijgedragen. Dat vind ik een mooie en troostende gedachte. Voor ons is het te laat, maar voor vele andere baby’s en hun ouders niet.
Ik hoop dat alle aandacht en onderzoeken zullen leiden tot minder babysterfte. Als er wordt beweerd dat er zeker 200 baby’s per jaar gered kunnen worden, dan gaat mijn hart sneller kloppen. Ik hoop dat er echt werk wordt gemaakt om de genoemde maatregelen door te voeren. Hoe meer ouders dit enorme verdriet bespaard kan blijven, hoe beter. Elke baby die hierdoor gered kan worden is al een enorme winst.
Volgens mij zijn goede richtlijnen en afspraken enorm belangrijk. Maar het gevoel en de wensen van de ouders zou altijd het zwaarste moeten wegen.
0 reacties